Publieke eigendom van warmtesystemen

 

In 2050 moet de gebouwde omgeving aardgasvrij zijn. Om deze reden heeft de huidige Warmtewet een opfrisbeurt nodig en moet deze binnenkort plaatsmaken voor de Wet Collectieve warmte (Wcw). Eén van de wijzigingen in het wetsvoorstel is het publiek maken van warmtesystemen, wat betekent dit voor het Nederlandse verwarmingsklimaat?

Warmtegemeenschappen komen centraal te staan in het voorstel voor de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening (Wcw). Dat betekent dat bewonerscollectieven nu het heft in handen kunnen gaan nemen om eigenaarschap en zeggenschap van warmtesystemen te regelen, om hiermee Nederland van het aardgas af te helpen.  Dwang rondom de warmtetransitie kan met behulp van de Wcw volledig vervangen worden door 'de actieve rol' die de burgers worden toebedeeld door de overheid.

Met de Wcw komt de burger centraal te staan en daarmee worden warmtebedrijven steward owned bedrijven. Bedrijven die zich richten op voordeel voor alle stakeholders. De winst van een van de stakeholder, mag niet ten koste gaan van verlies bij andere stakeholders.

Energiecoöperaties en warmtetransitie
Energiecooperaties zijn goede voorbeelden van steward ownership (in Nederland hebben we inmiddels ruim zeshonderd energiecoöperaties). De coöperaties zijn voor en van de leden, en op de ledenvergadering wordt bepaald wat er met een eventuele winst gebeurt. De meeste coöperaties richten zich op zon en wind, en recent ook op warmtenetten.

Slimme batterij de oplossing voor netcongestie?

In de Telegraaf van 17 februari j.l. werd melding gemaakt van 'hoogspanning' bij de netbeheerders in Nederland, omdat afbouw van de salderingsregeling is afgeblazen. Daar teruglevering door particulieren voor een overvol stroomnet zorgt, zijn de netbeheeerders de wanhoop nabij. De hoop is nu gevestigd op doorbraak van 'de batterij'.

Hoewel een haalbare business case nog ver weg is, hebben toch al aardig wat particulieren zich over laten halen om een batterij aan te schaffen. Vooral met het nobele beeld voor ogen dat ze hiermee  niet meer afhankelijk zijn van de wispelturige stroommarkt.
Echter, voor een gemiddeld huishouden is een batterij die een reeks van bewolkte dagen kan overbruggen een nogal prijzige aangelegenheid. O ok wanneer heil gezocht wordt in slimme batterijen, die stroom automatisch opslaan op de momenten dat stroom voor een lage prijs wordt aanboden op de energiebeurs, moet op donkere dagen - juist op die dagen, weken en maanden waarop het meeste stroom nodig is - een beroep worden gedaan op het net voor de levering van (dure) stroom.

Energiehubs

Energiehubs: samen kom je verder
Als bedrijven nog verder willen kunnen ze ook de handen ineenslaan en een aansluiting gaan delen. Meer bedrijven – zeker als ze verschillende piekmomenten qua verbruik hebben – hebben samen ook meer mogelijkheden om opwek, verbruik en opslag op elkaar af te stemmen. Daarnaast kunnen ze de investeringskosten voor de infrastructuur delen.

Rond de 6.600 bedrijven staan in Nederland op de wachtlijst voor een nieuwe of zwaardere stroomaansluiting. Voor teruglevering is de wachtlijst nog langer. Dat is niet alleen een probleem op economisch gebied, maar ook voor de verduurzaming. Bedrijven moeten immers zoveel mogelijk processen elektrificeren om de duurzaamheidsdoelen te halen en willen vaak zonnepanelen installeren om daarbij te helpen. Omdat de aanleg van nieuwe infrastructuur voor stroom de vraag niet kan bijbenen, komen er steeds meer oplossingen voor bedrijven om met minder capaciteit te kunnen werken.

Bedrijven in Nederland zoeken daarom steeds vaker lokale oplossingen om met kleinere aansluitingen te kunnen werken. Die oplossingen komen in verschillende vormen en maten, zoals energiehubs en microgrids, waarvan de eerste succesvolle praktijkvoorbeelden nu bestaan. De verduurzaming van bedrijventerreinen gaat dan ook een cruciale fase tegemoet, waarin de bestaande oplossingen moeten laten zien dat ze levensvatbaar zijn en de betrokken partijen de urgentie moeten voelen om ze toe te passen.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) schrijft dat er nog geen officiële definitie is voor de energiehub. “Een energiehub is een lokale samenwerking tussen meerdere partijen op het gebied van energie”, schrijven ze. “Deze partijen stemmen energieopwek, -opslag, -conversie en -verbruik op elkaar af.”

De term microgrid daarentegen wordt hier gebruikt voor een opzichzelfstaand elektriciteitsnet, dat opwek, opslag en energiemanagement bevat. Daarbij hoeft het dus niet te gaan om meerdere partijen, maar kan het ook zo zijn dat een bedrijf zelfstandig als microgrid functioneert.

Wat al deze oplossingen met elkaar gemeen hebben is dat ze de piekbelasting van een bedrijf (of een aantal bedrijven) verminderen. Door het moment van verbruik op het moment van opwek af te stemmen, of door opslag in te zetten, wordt het net minder belast en heeft het bedrijf aan een kleinere aansluiting genoeg.

Reeds op diverse industrieterreinen, havens en bij grote kantoorgebouwen zijn voor de gezamenlijke opslag en distributie zogenaamde energiehubs ontwikkeld. Deze hebben als doel om het aanbod van zonnestroom op piekmomenten af te vlakken. Zonnepanelen-projecten op de (grote) daken van bedrijfspanden die anders vrijwel zeker in de wacht zouden moeten gezet worden, kunnen daardoor vrij snel productief worden. Energiehubs kunnen veel netcongestie voorkomen.

In navolging van de energiehubs op industrieterreinen kunnen ook energiehubs voor woonwijken worden opgezet. Met de introductie van energie-buurthubs kunnen de stroomnetten die gedurende zonnige perioden overvol raken, de nodige lucht krijgen en kunnen daarmee problemen zoals storingen van de omvormers voorkomen worden.

Collectieve warmte

Buurtenergie

Samenwerking binnen iedere buurt/wijk in Nederland.

Energiehubs

Op bedrijventereinen en in wijken/buurten

Wat is een energiehub? Royal HaskoningDHV definieert het als volgt:

“Een energiehub is een knooppunt in het energiesysteem waar verschillende energiedragers met elkaar in verbinding staan en waar uitwisseling, conversie en/of opslag plaatsvinden. De vraag en het aanbod van energie worden hierbij efficiënt en effectief op elkaar afgestemd.”

Hotelload

Hotel load is de term die in de industrie gebruikt wordt voor 'de gratis energie' die verkregen wordt door beweging.

Hotelload en energie samenwerkingsverbanden

Streven naar professionalisering

Ook samenwerking met installateurs.

Welke hubs op welke plaatsen

Hotelload adviseert en initieert bij de installatie van buurtenergiehubs en bedrijvenenergiehubs.

De kosten van warmtenetten en de rol van woningcorporaties

 

Door inbreng van veel vastgoed fungeert een woningcorporatie vaak als startmotor bij de opstart van een warmtenet. Hierbij zijn de aansluitkosten de meest bekende kosten, maar daarnaast krijgt een corporatie ook te maken met flankerende kosten bij aanleg en stijging van exploitatielasten.

Flankerende kosten zijn kosten voor zaken die corporaties zelf moeten uitvoeren om de aansluiting mogelijk te maken. Zoals het boren van gaten, brandwerende afdichtingen rondom warmteleidingen, aanpassing van radiatoren, de aansluiting van alle leidingen op de afleverset en de overstap van koken op gas naar elektriciteit. De exploitatielasten voor corporaties stijgen vaak ook. Dat komt omdat gebruikelijk woningcorporaties een deel van de jaarlijkse vaste kosten van het warmtebedrijf  voor hun rekening nemen bij overstappende huurders.

Dat is nodig om te vermijden dat huurders hogere vaste kosten krijgen na de overstap. Het is dus van belang om naar alle drie kostensoorten voor woningcorporaties te kijken. Voor veel partijen ontbreekt inzicht en daarom geeft Hotelload hierover graag advies.